2007-02-22

Buitenspelen is meer dan 3%!!!!!!!

Buitenspelen is meer dan 3%!!!!!!!

Toen de SP in 2000 met het Wetvoorstel voor de Speelruimte kwam en daarbij voorstelde om voortaan minimaal 3% van het netto uitgegeven woongebied te reserveren voor speelruimte hebben wij ons op het hoofd gekrabd:
"Schieten kinderen nou wel op met die 3%?" vroegen wij ons af. Als je de oude afstands- en oppervlakte voor speelvoorzieningen optelt kom je inderdaad op die 3% uit. Maar Stg. SPEELRUIMTE ziet altijd dat de (groene) ruimte buiten de speeltoestellen net zo, dan toch belangrijker is dan de speeltoestellen zelf.

Eerst wat feiten uit observaties uit de totale openbare woonomgeving. Wij bekijken daarbij het spelen op stoep, straat, grasveld, bosje en speelplek.
-   60% van de geobserveerde kinderen zijn niet op een speelpek, als we ze spotten;
-   40% is wel op of rond een speelvoorziening;
-   slechts 10-20% van alle geobserveerde kinderen speelt een spel met een speel- sporttoestel;
-   het overige spel op de speelplaats is dus naast, langs en tussen de toestellen door;
-   als een gemeente geen los materiaal (zand, schors, takken, steen) op de speelplaatsen heeft is het aandeel van constructief- en fantasiespel op de speelplaatsen zo goed als nihil.
-   Je ziet dat spel dan hoofdzakelijk in de groene ruimte van de woonomgeving: hutten, kuilen, fantasieplekken
Conclusie is dus dat de ruimte buiten de toestellen en de weg ernaar toe net zo belangrijk, danwel belangrijker, is voor het spel als het formele aanbod zelf.

In april 2006 zond Minister Dekker van VROM een beleidsbrief aan alle gemeenten in Nederland met het verzoek om meer aandacht te geven aan speelruimtebeleid. In die brief werd het 3%-voorstel van de SP herhaald. Echter zonder aan te geven dat het om een minimum gaat.
Wat wij nu zien is dat gemeenten van die 3% uitgaan, zonder zich af te vragen of dat wel bij hun eigen karakter past. Gemeente Veldhoven heeft ons in 2004 laten onderzoeken hoeveel groene speelruimte zij in diverse wijken nu hebben en welke norm zij in de toekomst moeten/willen hanteren. Die norm zou moeten passen bij hun streven/missie om een ruime, groene en voor gezinnen aantrekkelijke gemeente te zijn.
We hebben van enkele wijken de maat genomen. Daarbij kwam een marge van ± 6 tot 15% naar voren. Het minimum van de marge is te vinden in de wijk Cobbeek, het huidige centrum. Het minimum van de marge werd gevormd door de wijken Zonderwijk en 't Look. Deze beide laatste wijken dateren uit de jaren 60-70.
Veldhoven hanteert nu een minimum van 9% groene bespeelbare ruimte bij nieuwbouwplannen.

Eigenlijk zou elke gemeente voor zich zelf dit moeten (laten) bepalen.

ir. Dirk Vermeulen, 
Stg. SPEELRUIMTE, 
Amersfoort

Deze tekst was een bijdrage aan de bijeenkomst voor het programma "Kind, Groen en Gezondheid" van het Platform Gezondheid en Milieu