2019-04-30

Impressie 6e Speelforum: Het recht op spelen!

Op 14 maart vond in Leiden in de oude Sterrenwacht het 6e Speelforum plaats. Ruim 50 aanwezigen volgden het programma en namen actief deel aan de discussie over het thema "Het recht op spelen!". Na vijf speelfora vonden de initiatiefnemers het tijd om een pas op de plaats te maken en weer terug te keren naar de basis, het "Kinderrechtenverdrag van de VN" en het General Comment nr. 17 (GC17) over spel. Dit GC17 was begin 2016 voor het Platform Ruimte voor de Jeugd aanleiding om het "Tienpuntenplan voor vitale jeugd" te publiceren, omdat tijd en ruimte voor spelen nog steeds – en in toenemende mate – onder druk staan. De afgelopen 5 Speelfora is telkens één punt uitgelicht en in een wetenschappelijke setting besproken. Nu was het tijd voor het opmaken van de balans.

geanimeerde_rondetafelgesprekken
Geanimeerde rondetafelgesprekken

Een groot aantal deelnemers namen voorafgaand deel aan de excursie naar speeltuin Zuiderkwartier. Deze speeltuin heeft eerder van de Speeltuinbende het ‘Speeltuin oké certificaat’ ontvangen. Hier werd duidelijk dat inclusie van kinderen met een beperking tot stand komt juist bij het samen spelen.

Ton Liefaard, hoogleraar Kinderrechten aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van Universiteit Leiden, kreeg alle tijd om de plaats en ontwikkeling van het Kinderrechtenverdrag (IRVK) en het GC17 te schetsen. Dit soort internationale verdragen vormen een raamwerk dat telkens verder wordt ingevuld en uitgewerkt. Het IRVK verandert de regels van het spel. In die zin dat bijvoorbeeld het eigenaarschap over spelen primair bij kinderen ligt. Het kind is zo een rechtssubject, een mens in ontwikkeling, lid van een gezin, familie en gemeenschap.

aantekenboek

Zijn lezing hier samen te vatten of te verslaan voert te ver. Er waren twee punten die er uit sprongen.

Het eerste punt was wat Prof. Liefaard zei over artikel 12 "het recht om te worden gehoord"". Zelf heb ik dit artikel altijd gelezen als behorend bij het civiel recht (bij scheidende ouders) of het strafrecht (bij de kinderrechter). Maar nee het betekent dat kinderen moeten worden gehoord bij alle beslissingen die van invloed zijn op hun leven. Participatie van kinderen bij beslissingen die hun belang bij buitenspelen in de woonomgeving raken is dus iets wat er bij moet. Hoe serieus nemen we kinderen werkelijk? Kunnen we kinderen zien als actor/‘agent’ voor hun belang bij spelen? Zo'n vraag stellen betekent ook dat je moet nadenken over het primaat bij beslissingen. Hoe zwaar wegen de stemmen van de verschillende actoren in het openbaar domein. En ben je bereid de stem van kinderen zwaarder mee te wegen?

Het tweede punt was, en dat is met name belangrijk voor gemeenten, dat er zoiets als een nulmeting naar speelruimte nodig is. Hoeveel is er beschikbaar? Wat moet er eigenlijk zijn en waar zijn er tekorten. Als voorbeeld gaf hij de "The Play Sufficiency Duty" uit Wales. In deze wetgeving worden lokale besturen verplicht om met nulmetingen de bestaande speelruimte vast te leggen zodat die niet verder kan afnemen.

https://www.speelruimte.nl/zwarehouse/WH002/P3141536_.JPG

SPEELRUIMTE

ir. Dirk Vermeulen
speelruimte.nl
info@speelruimte.nl
033 465 32 70

dit artikel is eerder gepubliceerd in Speelruimte-nieuws 1-2