2020-05-31

Buitenspelen begint met verkeersveiligheid!

Buitenspelen begint met verkeersveiligheid!

Het is opvallend dat nu plotseling, onder invloed van de lockdown, wereldwijd steden initiatieven nemen om de voetganger, fietser en het spelende kind voorop te stellen in de stedelijke inrichting. Dagblad Trouw besteedde op 22-05-2020 een dubbele pagina (pag.6 en 7) aan initiatieven in Brussel, Parijs, Berlijn en Rome. Het blad Buitenspelen geeft aandacht aan de speelstraten in Gent en de mogelijkheden daarvoor in Amsterdam.

Het is geen nieuwe beweging. Door wereldwijde data-analyse weten we dat steden, 30 jaar na het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, nog steeds vijandig of zelfs levensbedreigend zijn voor hun jongste inwoners. Zie hiervoor dit blog van Rethinking Childhood. We lijken in Nederland te denken dat we dit sinds de uitvinding van het woonerf onder controle hebben. Maar dat er nu nog kinderen zijn die weinig buitenspelen moet te denken geven. En verdient nader onderzoek.

SPEELRUIMTE
ir. Dirk Vermeulen
adviseur buitenspelen
speelruimte.nl
info@speelruimte.nl
033 465 32 70

dit artikel is eerder gepubliceerd in Speelruimte-nieuws 2-2

2020-05-30

Buitenspelen in mijn straat - Coronatijd

Het afgelopen decennium is mijn straat verjongd. Er wonen nu meer kinderen in de lagere schoolleeftijd. Meestal zie ik ze alleen in het weekend buitenspelen. Doordeweeks, met beide ouders werkend, verblijven ze na schooltijd vaak bij de kinderopvang. En zien we ze bijna niet in de straat. In het weekeinde zijn er ook weer allerlei clubs. Dus we zien ze bijna nooit allemaal tegelijkertijd.


rollend-spel-spul-in-straat
Spelen met rollend spul in rustige woonstraat


Afgelopen weken/maanden heb ik met stijgende verbazing naar mijn eigen straat gekeken. Direct bij het begin van de 'intelligente' lockdown nam het doorgaand verkeer af tot zo goed als nihil. Zo nu en dan enkele bestelwagens voor bezorgen. In de middag, na de thuisscholing, en zeker in het weekend is de straat plotseling vol met kinderen (3 tot 12/13j). Zoveel kinderen tegelijk zien we normalerwijs enkel met een buurtfeest of een speciale gebeurtenis. Maar nu zag ik ze met een groot aantal tegelijk op/in de straat. Verder heb ik nog nooit zoveel verschillende type rollend speel-materieel tegelijkertijd in mijn straat gezien. Er werd heel hard gefietst / gestept / ge-skateboard / ge-space-scooterd / gerollerskated….


.… en dus ook gevallen en gebotst. Allemaal goed voor de ontwikkeling van mobiel evenwicht. Het leren omgaan met losse steentjes, bobbels, stoepranden, losse bladeren, takjes, onverwachte bewegingen van anderen en hoe daarop te reageren zonder vallen wordt zo spelenderwijs opgedaan. Een goede reactie is vaak kwestie van millieseconden. Als je jong bent leer je dit stukken beter dan op latere leeftijd. Iets wat, naar mijn bescheiden mening, van invloed is op ongevallencijfers. Tegen de tijd dat deze kinderen naar het m.o. gaan en zelf aan het verkeer gaan deelnemen hebben ze de technische beheersing veel beter onder de knie en kunnen ze zich meer focussen op het andere verkeer en de regels.


spelen-op-een-stille-woonstraat
Voetbal op rustige woonstraat


Ook elders in mijn stad zag ik kinderen gebruik maken van de plotseling stil gevallen straten en het bij tijden uitzonderlijk mooie weer voor de tijd van het jaar (maart en april). Er werd op veel plekken voetbal of ander balspel gespeeld. Links en rechts kon je kinderen in achtertuinen en op achterpaden horen spelen. Ook in de gemeenschappelijke tuinen tussen de flats en op de woonpaden daartussen zag je allerlei spel. Zoals bijgaand trampolinespringen.


Wat je eigenlijk ziet is dat de kinderen intrinsiek gemotiveerd zijn om het spel te spelen wat ze doen. Verder doet zich de gelegenheid voor op straat: het is rustig op straat. Opvallend is ook dat niemand komt vertellen dat spelen op straat niet mag. In de criminologie staat deze combinatie van factoren ook bekend als de 'Routine activity theory' (Cohen and Felson, 1979).


op-trampoline-in-gemeenschappelijke-tuin
Tampolinespringen in gemeenschappelijke tuin


Het Mulier Instituut heeft onderzoek gedaan onder 750 ouders van 4-11 jarigen en hun gevraagd naar het beweeggedrag van hun kinderen onder invloed de 'intelligente' lockdown. Uit deze ouderrapportage komt naar voren dat het verschil beweeggedrag tussen de minst en meest bewegende kinderen tijdens de intelligente lockdown groter is geworden. MEER INFORMATIE HIER .


Of ouders een betrouwbare bron zijn over het buitenspelen van hun kinderen weet ik eigenlijk niet. Mijn eigen ouders wisten volgens mij voor 90% niet wat wij deden (ZIE HIER). En ik hoor nu van mijn, inmiddels volwassen, kinderen zaken waar het maar goed van is dat ik het indertijd als ouder niet geweten heb.


SPEELRUIMTE
ir. Dirk Vermeulen
adviseur buitenspelen
speelruimte.nl
info@speelruimte.nl
033 465 32 70


dit artikel is eerder gepubliceerd in Speelruimte-nieuws 2-2

2020-02-25

Vergeet het schoolplein niet!

Of je nu vindt dat buitenspelen geen bijdrage levert aan het curriculum of dat je juist overtuigd bent dat de lichamelijke ervaring van het stappen over letterpaaltjes essentieel is voor het leren lezen en spellen van leerlingen, feit blijft dat kinderen voor en na de speelpauze totaal anders in de klas zitten en beter bij de les zijn dan voor de speelpauze. Iedere leerkracht in ons land kan je dat vertellen. Probleem met die kennis is dat we geen vergelijkend onderzoek kunnen doen naar de pedagogische waarde van de speelpauze op het schoolplein. Wetenschappelijke ethische commissies zullen elk longitudinaal vergelijkend onderzoek blokkeren: je kunt geen experimenten uithalen met kinderen door ze in de controlegroep neer te zetten die geen pauze buiten krijgt tegenover een groep die je wel laat buitenspelen.

Experiment:
Hoewel ... dat experiment is al gedaan: tijdens de 18e internationale conferentie van de IPA-Promoting the child's right to Play in Cardiff ipaworld.org viel schrijver dezes bijna van zijn stoel toen hij hoorde dat een Senator van Oklahoma meer dan een decennium terug besloot om de schoolpauze op alle openbare scholen af te schaffen! Zonder speelpauze zou er meer tijd voor het leerproces zijn, en zouden kinderen — van 3 tot 6 jaar — effectiever leren.

meisjes-op-duikelrek
Meisjes spelen op duikelrek op schoolspeelplaats

Evaluatie:
Een tussentijdse evaluatie in Oklahoma liet zien dat de prestaties van leerlingen juist achteruit waren gegaan. We hebben dus helemaal geen onderzoek nodig. De speelpauze, het buitenspelen en het schoolplein/de schoolspeelplaats zijn, net als het krijtje, essentiële hulpmiddelen bij het onderwijs. Zonder krijtje geen opdrachten en overdracht op het schoolbord. Zonder schoolspeelplaats, stress en onrust in de klas en geen aandacht bij de les.

jongens-op-duikelrek
Jongens spelen op duikelrek

Ons onbegrip voor spel
Een van de problemen waar wij volwassenen tegen aan kijken bij het buitenspelen is ons onbegrip voor spelen. Dat spelen en leren verbonden zijn weet iedereen. Maar ouders en volwassenen zijn bang dat er te weinig geleerd wordt en dat kinderen in hun ontwikkeling achterblijven. Een collectief wantrouwen tegen het ingebakken spelend leervermogen van elk kind. Als kinderen met hun 4e levensjaar op school komen hebben ze vrij spelend al ongelofelijk veel geleerd, meer dan we eigenlijk kunnen bevatten.

meisjes-rond-onder-duikelrek
Meisjes spelen bij en onder duikelrek

Een voorbeeld: een baby leert meestal met 13 maanden lopen (soms eerder soms later). Een stoeprand opstappen? De meesten struikelen de eerste keer. Daarna gaat het heel rap vanzelf. Een roltrap? Het leren inschatten van de versnelling en hoe je daarmee moet balanceren is even ingewikkeld, maar als ze met 4 jaar op school komen zijn roltrappen voor de meeste kinderen geen probleem. Leren lopen, met vallen en opstaan, kunnen robots tegenwoordig ook. Het koste wel meer dan 20 jaar om een bruikbaar algoritme daarvoor te ontwikkelen. Een kinderbrein doet dat dus binnen 13 maanden. En robots op roltrappen wil nog steeds niet. De uitdaging is om dat vrij spelend lerend vermogen tijdens de schoolcarrière wakker te houden en te revitaliseren. Dat stelt eisen aan het pedagogisch klimaat en de fysieke ruimte.

Bij de bouwvoorbereiding van een nieuwe school wordt vaak begonnen met het gebouw. Pas als dat in de steigers staat wordt er nagedacht over de buitenruimte en zijn functie voor het buitenspelen. Vaak blijkt na oplevering en het eerste gebruik dat beide niet goed op elkaar zijn afgestemd:

  • Voorbeeld 1: Soms is het bouwterrein aan de kleine kant en wordt gaande het proces tot buitenspelen in shifts besloten. Maar is er van tevoren nagedacht over de logistiek (200 kinderen naar binnen en 200 naar buiten)? Zijn de gangen, trappen en deuren breed genoeg? En waar berg je het spelmateriaal op? En hoe ziet de omgeving van de school er uit als 400 kinderen op school komen of naar huis gaan?
  • Voorbeeld 2: Het bouwterrein dat gekozen is heeft een oppervlak gelijk aan het schoolgebouw + 600m2 + parkeren + marge voor tuin. Er wordt vanuit gegaan dat dit voldoende is. Er wordt geen haalbaarheidsstudie naar de locatie gedaan. Pas bij de bouwaanvraag blijkt het bestemmingsplan een bepaalde afstand tot de kavelgrens voor te schrijven. Deze extra ruimte is niet voorzien en gaat van het schoolplein aan de andere zijde van het gebouw af. Eind resultaat wordt een te klein schoolplein (zie schetsjes hieronder) of een waar extra toezicht nodig is. Dat had boven water kunnen komen met een haalbaarheidstudie naar de mogelijkheden van de locatie. Met mogelijk andere keuzes tot gevolg.

schets-invloed-bestemmingsplan

Met de ontwikkeling van Integrale Kindcentra wordt de ruimte voor het buitenspelen eigenlijk nog belangrijker in het bouwproces. Zo'n experiment als in Oklahoma kunt u zich maatschappelijk niet veroorloven. Bij de bouwvoorbereiding van een nieuw schoolgebouw of IKC is daar in het bouwteam en het programma van eisen van initiatief af aan aandacht voor nodig.

SPEELRUIMTE
ir. Dirk Vermeulen
adviseur buitenspelen
speelruimte.nl
info@speelruimte.nl
033 465 32 70

dit artikel is eerder gepubliceerd in Speelruimte-nieuws 2-1



KADER:
Dirk Vermeulen en Jette Hannaart hebben hun kwaliteiten gebundeld. Ook samen zetten zij hun kennis en werkervaring graag in met als doel een positieve bijdrage te leveren aan de leefomgeving van het spelende kind.
Het bureau kunt u inschakelen bij ontwerp, onderzoek en advies bij vragen rondom de speelruimte in uw gemeente, bij uw school, kinderdagverblijf, speeltuin of speelbos. Op dit moment bestaat het bureau uit twee eenmanszaken van ir. Dirk Vermeulen (stedebouwkundige) en ir. Jette Hannaart (ontwerper).

voetnoot 1
Als je nu in Google zoekt op "recess primary school Oklahoma" kom je op nieuws rondom "schools try structured recess program's" kortom ze stappen van die scholen zonder speelpauze af en nu moeten kinderen "leren" om buiten te spelen. Maar er is ook gelijk reactie: “Kids don't need to learn how to do playground”. Overigens heeft de staat in die periode ook schoolgebouwen neergezet zonder buitenspeelruimte.

voetnoot 2
Er is wel onderzoek naar de rol van de fysieke omgeving en het stimuleren door ouders. Te veel bescherming, zoals een hoge box met een zachte binnenzijde zonder grip op spijlen, kan leiden tot later lopen.