2007-03-27

Spelen toen er nog geen WAS was

Brief aan mijn kleinkinderen

Ja, Juval (kleinzoon 11 maanden) daar zit je dan als een vorst in je buggy.
Je al bewust van de vele speeltoestellen in dat verre land waar je woont. Mamma en pappa zetten je in de schommel of laten je voorzichtig van de peuterglijbaan naar beneden glijden. Dat alles beschermt tegen de felle zon door een schaduwdoek of pergola. Ayala, je grote zus (alweer bijna drie jaar) gaat haar eigen gangetje en  je ouders of opa gaan je achterna. Zoals die keer dat opa je van die hoge glijbaan moest plukken met gevaar voor eigen leven. Ook daar bij jullie zijn er veiligheidsregels te over.  Hier in het kikkerlandje breekt de lente al weer door en kunnen Isaï (6 jaar) en Laila  (2 jaar) weer volop naar het speelplekje verder op in de straat. Gelukkig is dat veilig te bereiken. Hadas (12 jaar) jij denk te groot te zijn om buiten te spelen. Maar speelt mee met het jonge grut als je de kans krijgt.

Hoe was dat nu vroeger toen er nog geen regelingen of WAS waren.
Heel vroeger voor mijn tijd weten we van schilderijen dat er heel veel spelletjes al bestonden die we nu ook nog spelen, hoepelen, krijgertje, knikkeren, verstoppen, belletje trek...
Ook speeltoestellen zijn niet nieuw, een touw aan een boomtak, een schommel en de speeltuinen of de uitspanningen, zoals ze toen heetten, met allerlei toestellen ter vermaak bestonden al.
Dan in eens is er een hype van aluminium toestellen ontworpen door  Aldo van Eyck. Geplaatst in Amsterdam en later veelvuldig gekopieerd  in veel grote steden. Het was niet allemaal goud wat er blonk maar wel heel vernieuwend en steeds meer van het hetzelfde. De broodnodige variatie bestond uit het produceren van toestellen  met andere materialen. Het koude aluminium werd hout en weer later ook kunststof. Mijnwerkers in de mijnstreek maakten toestellen voor de eigen speeltuin van zware materialen uit de mijnbouw. Deugdelijk niet stuk te krijgen. Anderen maakten van boompalen toestellen. Glijbanen waren houten planken die pas na de zesde keer glijden splintervrij waren. Klimtouwen waren nog van touw en werden regelmatig vervangen. Schommelplankjes deden nog pijn als je ze ongelukkig tegen je aan kreeg. Kortom de materialen waren anders de functies hetzelfde.
’s Avonds na het eten mocht je (Hadas) nog wel buitenspelen. Voor de deur met de buurkinderen, verstoppertje, de maan is rond, of stand in de wand en ook toen al was zo maar praten in.

Ongelukken? Natuurlijk gebeurde er wel eens wat. Een litteken boven je oog was geen bijzonderheid. Een dikke lip of een melktandje minder? dat hoorde er bij. Een gebroken pols of verzwikte enkel, blauwe plekken? ik kan je vertellen dat gebeurde vaker dan nu. Komt dat door het invoeren van het (Warenwetbesluit Attractie en Speeltoestellen) WAS. Wel nee joh. Vroeger waren er gewoon wat meer kinderen op straat. Niet iedereen had een eigen kamer vol met speelgoed, computerspelletjes of een drukke agenda. Geen paardrijden, muziekles, gymnastiek, de straat dat was het enige vertier en plezier. Daar gebeurde het.

De veiligheid nu kent zijn beperkingen. Geen toestellen meer die uit de eigen fantasie ontspruiten. Je mag niet meer vallen. Onder begeleiding mag je buiten spelen. De toestellen zijn kleurig, aantrekkelijk opgetuigd en soms ook weer van blinkend materiaal maar dan nu van roestvrij staal (letterlijk cool). Aangepast aan de stedelijke omgeving met stijl en cachet. Ach en de functies,,, die zijn nagenoeg hetzelfde gebleven. De straat  wordt niet meer gebruik om te spelen. Na het avondeten en vaak lang daarvoor, begint het leven achter de buis.
Ongelukken staan nu geregistreerd dus altijd meer dan vroeger toen men het niet bijhield. Toch zie je weinig bloedende knieën, korsten op ellebogen, dikke lippen en... tandjes wisselen gebeurd nu op de natuurlijke wijze.


Jaap bros
www.speelruimte.nl