2014-01-30

Papa ik verveel me zo!

Het lijkt er tegenwoordig op dat ouders zich schuldig voelen als hun kinderen zich vervelen.
Ze zorgen voor een volle weekagenda van hun kroost en de schaarse tijd in het weekeind die het gezin gezamenlijk heeft wordt besteed aan winkelen, recreatie, pretpark en TV/video. Er mag op geen flintertje tijd verloren gaan aan verveling. Er moet entertainment zijn.

Hoe anders was dat toen ik klein was. Het weekeind begon voor mij als kind pas op zaterdagmiddag. In de ochtend gingen we nog naar school. Die begon wel een kwartiertje later, maar voordat het half een was duurde juist zo'n halve zaterdag héél erg lang. Daarna begon de eindeloze vrijheid van het weekeinde: lekker niets moeten. De zaterdagmiddag was in no time gevuld met allerlei activiteiten: met vriend(innet)jes spelen buiten of binnen, naar de welpen, door de Eempolders fietsen, cowboy spelen in het bosje van IJsendijk, daar de herten voeren, dwalen door het Baarnse Bos of boompje klimmen achter Kasteel Groeneveld.

De zondagochtend was altijd hetzelfde. Eerst gezamenlijk ontbijten. Daarna naar de kerk. Gevolgd door koffiedrinken bij opa en oma. Dan naar huis voor een rijsttafel die mijn vader, daarvoor eerder naar huis gegaan, had bereid. Na het eten gingen wij kinderen afwassen. Mijn ouders gingen naar de woonkamer. Mijn moeder las één van de vier op zaterdag gehaalde bibliotheekboeken. Mijn vader las de krant van dat weekeind. Allerlei ander leesvoer lag klaar op zijn schoot. Meestal had ik het na een kwartiertje gehad. Ik liep naar mijn vader, verscholen achter zijn krant, en zei dan meestal smekend: "Papa ik verveel me zo!". Hij liet de krant zakken en keek mij zachtaardig aan en zij dan meelevend: "Wat vervelend voor je jongen...". Daarna ging de krant weer omhoog en moest ik zelf iets verzinnen: ...

Radiocontroledienst

Mijn oudere broer en ik haalden dan maar dingen uit elkaar. Zo hebben we samen een oude deurbel gesloopt om te kijken hoe zo'n ding werkte. Bij ons onderzoek zagen we dat er telkens een vonkje oversprong in de stroomonderbreker. Gebiologeerd door dat vonkje begonnen we aan de stroomonderbreker te prutsen en te trekken en zagen dat je een stevige vlamboog in de stroomonderbreker kon maken.
Een bibliotheekboekje over de radiogeschiedenis leerde ons dat Marconi bij zijn eerste experimenten gebruik maakte van een vlamboog. De inmiddels gesloopte deurbel werd weer uit een rommellaatje gehaald. De radio ging aan. Ja hoor: je hoorde een duidelijke kraak op de radio als je de bel, inmiddels zonder bel, onder stroom zette. Met een schoolvriendje van enkele kilometers verderop werden tijdstippen afgesproken dat hij naar zijn radio zou luisteren. Met de verbouwde bel werden hele berichten in morsecode de wereld in geslingerd. Ons vriendje belde dan later door welke bericht hij had ontvangen. Fantastisch he? Wat wij, in onze kinderlijke onschuld niet wisten was dat we onze uitzending op breedband uitzonden. Kortom iedereen die de radio aan had staan op Hilversum 1 of 2, korte golf of op de lange golf kortom iedereen kon meegenieten. Dus toen de RCD (radio-controle-dienst) voor de deur stond, geen zender vond en weer weg ging, werden wij toegesproken door mijn ouders.

Binnenlandse Veiligheidsdienst

Maar wij waren al weer met wat anders bezig op de zondagmiddag: Joeri Gagarin had met zijn  Vostok 1 net een rondje om de aarde gemaakt. De NASA was bezig met het X-15 project en de eerste foto's van de Mercury ruimtecapsule stonden in de krant. Met boekjes uit de bibliotheek en het telefoonboek van Nederland uit de telefooncel schreven wij brieven aan beide ambassades van de twee grote ruimt varende landen uit die tijd. Het duurde even, maar na enkele weken kwam dan een dikke enveloppe met gesigneerde foto's, tijdschriften en foldermateriaal van de NASA én het Russische Vostokprogramma. Het duurde niet lang of ons bij huis werd aangebeld door enkele duistere mannen met lange jassen, gleufhoeden en spekzolen. Of er soms communisten in het huis woonden? Mijn ouders legden uit dat het kinderspel was. Ik hoorde dit pas 10 jaar later toen ik aan het studeren was.

Veiligheidsinstituut

Maar wij waren alweer met wat anders bezig op de zondagmiddag: zelf raketten afschieten. Zondagmiddagen lang waren we zoet met het afknippen van luciferkoppen. We hadden al bedacht dat het afsteken van een verticaal stijgende raket je je handen zou kunnen kosten. Dus moest er op afstand elektrisch ontstoken kunnen worden. Met een trafo van de Trix modeltrein, dun koperdraad en luciferkoppen hadden we dat snel voor elkaar.
Het afknippen van die koppen nam teveel tijd in beslag en werd vervelend. Toen mijn broer in de tweede klas van de HBS achterin zijn boek bij de leerstof voor de 4e klas de formule zag voor buskruit, simpele ingrediënten, toen bij de drogist gewoon verkrijgbaar, ging het een stuk sneller. En … we werden bedreven.



Zo zelfs dat het weer ging vervelen. We begonnen toen aan onze experimenten met wasbenzine. Dit goedje stinkt aardig. En mijn moeder had snel in de gaten wat we aan het doen waren. Ze werd niet boos. Ze nam ons direct mee naar een aanschouwelijke tentoonstelling in het Veiligheidsinstituut in Amsterdam. Na enkele demonstraties en video's over de verwoestende kracht van benzinedamp zijn we gestopt met raketten.

Ik ben toen begonnen met het spelen van bluesgitaar. Mijn broer ging fanatiek aan een andere hobby: vogelen. Later zijn we beide iets technisch gaan studeren.

verscheen eerder in het Speel-s-Nieuwjaarsblad nr. 21